Interview Joël Haasjes: Staphorster skeeler- en schaatssensatie

Interview Joël Haasjes: Staphorster skeeler- en schaatssensatie

Joël Haasjes (17) staat met meerdere Nederlandse Kampioenschappen op zak te boek als een groot talent in de schaats- en skeelerwereld. Met drie oudere broers die dezelfde disciplines ook op topniveau uitoefenen, weet hij nu al als geen ander wat erbij het professionele wereldje komt kijken. ‘Je moet slim, snel en sterk zijn.’

Geschreven door: Thomas Bruggeman – 27 maart 2025
Het mooiste moment uit zijn nog altijd prille carrière? Toen hij twee jaar geleden voor het eerst onverwacht Nederlands Kampioen werd met skeeleren op de puntenkoers. Op het wegparcours in Heerde streed hij in zijn eentje tegen twee teams met elk drie leden. ‘Dat was een moeilijke klus. Ik was alleen, ik had geen teamgenoten, maar ik had precies het goede moment gekozen om in de aanval te gaan. Mijn broer schreeuwde langs de zijlijn dat ik door moest rijden. En toen won ik. Als je wint, terwijl je niet de favoriet bent, daar kan ik echt van genieten.’
De liefde voor het rijden werd er met een huis vol skeeleraars en schaatsers met de paplepel ingegoten. Als klein mannetje kon hij haast eerder skeeleren dan lopen, want op 2,5-jarige leeftijd stond de jonge spruit al op wieltjes. ‘Dan pakte ik de veel te grote skeelers van mijn broers uit de schuur en dan probeerde ik het alvast.’
Het begon allemaal met het rijden van rondjes om zijn ouderlijk huis, al werd hij al snel lid van de skeelervereniging in Staphorst. Het evenemententerrein De Tippe is nog altijd zijn thuisbasis waar hij samen met zijn team ‘Arbeidsrecht de Graaf’, bestaande uit teamgenoten Joan en zijn oudste broer Jurrian traint.
In 2024 werd hij voor het tweede jaar op rij Nederlands Kampioen op de marathon. Het verschil met de vorige editie was dat hij dit keer de torenhoge favoriet was. ‘Op een gegeven moment ben jij wel de te kloppen persoon.’ Het geeft dan zo veel voldoening als je ergens keihard voor traint en dan weet te winnen.’
Nu hij sinds dit jaar ook op niveau schaatst, wordt hij ook door de concurrentie op het ijs nauwlettend in de gaten gehouden. ‘Ik deel dan wel dezelfde achternaam als mijn broers Christian en Ronald, maar in het begin weten ze toch niet zo goed wie je bent. Als je dan goede resultaten behaalt, gaan ze ook meer naar jou kijken.
Of hij meer talent heeft dan zijn broers? ‘Dat durf ik niet te zeggen. Ik heb ze ondertussen met het skeeleren wel allemaal een keer verslagen.’ Toch kan hij nog het een en ander opsteken van zijn broers. ‘Zij leren mij nog wel een stukje afzien en wat techniek.’
Bij een wedstrijd in Oostenrijk had hij bijna een keer van zijn broer Ronald op de schaats gewonnen. ‘Twee kilometer voor de finish lag ik een stukje voor en bij de laatste 100 meter werd ik net ingehaald. Na de finish zei hij:’’ ik ga het nog niet laten gebeuren dat jij van mij op natuurijs wint’’. Ik vind het wel grappig dat hij toch nog zijn best doet om mij te verslaan.’
Wat de familie Haasjes typeert is dat ze allemaal slimme rijders zijn. ‘De snelste en de sterkste winnen lang niet altijd.’ Je kan niet onbeperkt doorgaan, dus je moet goed bedenken wanneer je de sprint aangaat en je krachten inzet. Qua techniek zijn we allemaal wel redelijk slim, wat dat betreft zijn we geen domme jongens.’
In de wintermaanden traint Joël volop in Thialf, de rest van het jaar is hij in de buitenlucht te vinden.’ De afwisseling is echt perfect. ‘Aan het einde van het skeelerseizoen ben je de skeelers wel zat en aan het einde van het schaatsseizoen heb je weer zin om te skeeleren.’ Maar als hij echt zou moeten kiezen tussen het skeeleren en het schaatsen? ‘Ja, die vraag wordt mij wel vaker gesteld. Op natuurijs schaatsen vind ik echt het mooiste, daarna het skeeleren en dan pas het schaatsen op kunstijs.’
Ambities
Nu de temperaturen langzaam omhoog schieten en de voorjaarsbloemen voorzichtig uit de grond poppen, staat het skeelerseizoen weer volop in de schijnwerpers. ‘Ik ben nog nooit op het EK geweest, dus ik heb echt mijn zinnen gezet om in juli op het EK in Gross Gerau in Duitsland te staan.’ Om daar te komen moet Joël hoge ogen gooien op het Nederlandse Kampioenschap en de Europacup. Met die doelen in zijn achterhoofd houdt hij er een strak trainingsschema op na. Dat betekent maandag skeeleren, dinsdag fietsen, woensdag skeelertraining, donderdag rusten of fietsen, vrijdag skeeleren, en dan zaterdag een wedstrijd of lange fietsrit.
‘Mijn ultieme doel is prof of half-prof te worden, zodat ik net als mijn broers mijn werk van mijn hobby kan maken. Het mooiste lijkt me om ooit de Elfstedentocht te winnen, maar of die ooit gaat komen is nog maar de vraag. Anders wil ik de alternatieve Elfstedentocht Weissensee in Oostenrijk winnen. Dat is ook 200 kilometer op natuurijs.’
Naast het trainen volgt Joël nog een infraopleiding in Amersfoort drie dagen in de week. Heeft hij nog tijd voor leuke dingen? ‘De sport, dat zijn leuke dingen’, vertelt hij glimlachend. ‘Daar geniet ik echt van.’