Hoe Staphorst verlichting biedt

Hoe Staphorst verlichting biedt

‘Marcel, was jij vanochtend iets kwijt?’
‘Hoezo, schat?’
‘Alle kastjes staan wagenwijd open.’
‘Uhm, ik kan het me niet meer herinneren, Sandra.’
Ze zoeken er verder niks achter.
Michelle*, de ex-vrouw van Marcel is gek. Echt knettergek. Michelle en Marcel hebben twee kinderen waar zij inmiddels al geruime tijd niet meer voor kan zorgen. Als een mot naar een vlam is ze aangetrokken tot hun kinderen, zijn persoon en nieuwe vrouw Sandra.
Ze is zichzelf verloren in haar obsessie. Op haar donkere stalkerschilderij zijn achtervolgingen, bedreigingen en geweld de primaire kleuren. Loopt het gezin in het winkelcentrum? Dan is zij ook aan het shoppen. Gaan ze een boswandeling maken? Dan verschijnt zij achter de bosjes. Is het toeval? Absoluut niet.
Als ze hun huis een week later weer aantreffen als een woning dat na een huiszoekingsbevel overhoop is gehaald, beginnen de alarmbellen te rinkelen.
‘Het zal toch niet.’
Als een volleerd beroepscrimineel heeft Michelle een manier gevonden om de woning van Sandra en Marcel te besluipen. Op sluwe wijze heeft ze de sleutel van haar dochters’ sleutelbosje afgesnoept, een kopie gemaakt en weer teruggehangen. Het boekenlaatje waar Sandra en Marcel de memorabilia van hun huwelijk in bewaarden is volledig geplunderd. Trouwkaarten, trouwfoto’s en wat geld: als sneeuw voor de zon verdwenen. Onmiddellijk laten ze de sloten vervangen.
Er zullen uiteindelijk drie stopgesprekken volgen, maar het stalken stopt niet.
Marcel en Sandra zijn als het credo van de Nationale Politie: waakzaam en dienstbaar. Hij is altijd de beschermengel van de meest kwetsbare jongeren geweest. In zijn rol als onderwijzer en later met zijn eigen jeugdzorgbedrijf nam hij jongeren onder zijn hoede die door de samenleving al drie keer waren uitgekotst en verstoten. Zij is de stoere vrouw waar ze in Hollywood films over maken. Als hondengeleider bij Defensie voerde zij tientallen geheime speciale missies uit in Afghanistan, Irak, Somalië en Congo.
Ze ontvluchten het Gelderse Tiel om rust, reinheid en regelmaat te zoeken in Staphorst met hun samengestelde gezin bestaande uit vijf kinderen en honden Spike, Kai en Kayla. Ze zijn op zoek naar een hechte gemeenschap, een plek waar je de buren echt kent, een plek waar mensen nog naar elkaar omkijken. Al blijft de poging om te ontsnappen uit de klauwen van hun obsessieve stalker de drijvende kracht achter hun exodus.
De mensen in de gemeente Staphorst zijn anders dan in Tiel. Geïnteresseerd, vriendelijk en bedachtzaam. Je kan op zondag alleen niet schoffelen in de tuin, of om drie uur ’s nachts Surinaams of Thais eten bestellen. Zondag wordt hun nieuwe rustdag. De dag om als gezin nader tot elkaar te komen.
‘Kijk Marcel! Een kraampje waar je vlees kan pakken.’ De verkoper is in geen velden of wegen te bekennen. Op een vaal bordje staat dat als je geen contant geld bij je hebt, je even je naam, telefoonnummer en wat je gepakt hebt in het boekje moet opschrijven. Sandra gelooft haar ogen niet. ‘Marcel, dit is toch bizar.’
Langs het oude prachtlint met aan weerszijden groen begreinde boerderijen staan meer van dit soort kraampjes waar je fruit, groenten, eieren en kaas kan kopen. In Tiel hadden ze weleens gezien hoe een groepje jongens er met een pakketje vandoor ging nadat de postbode het voor een deur had gezet. De Staphorster samenleving is daarentegen gefundeerd op wederzijds respect en onderling vertrouwen. Dit zijn ze niet gewend.
Ze raken op slag verliefd op een typische Staphorster boerderij uit 1850. De woning beschikt over een ruime tuin, meer dan genoeg woonoppervlakte en tijdloze groene luiken voor de ramen. In gedachten zitten ze al lang en breed in een fijne stoel op het erf te genieten van de zon die traag achter de akkers zakt. Dit wordt de plek voor een frisse start.
Ze besluiten de sprong te wagen. De kluizenaars die tot kortgeleden eigenaar waren van de monumentale boerderij hebben hun erf laten versloffen tot een lokaal amazoneregenwoud. En ook binnen moet nog het een en ander gebeuren. Met voldoende budget en een aanpakkersmentaliteit is er vooralsnog geen vuiltje aan de lucht.
Al snel blijkt dat niet alleen het project op losse schroeven staat, maar ook de gebinten. De vorige bewoners hebben een aantal zaken over het huis verzwegen en ook de makelaar is nooit wat opgevallen. Tot overmaat van ramp gaat de vriendelijke aannemer failliet. Een aanbesteding van zo’n 40.000 euro aan materialen down the drain.
Langzamerhand komen de lijken van het huis uit de kast. Het blijkt een complete bouwval te zijn. Als het regent valt de stroom uit, de wind giert door alle spleten van de boerderij, vier dekens en een warmtekachel houden je ’s nachts niet warm en het wiebelende houten plankje over de rioolbuizen is zo gevaarlijk dat je bij een misstap vrijwel zeker je nekt breekt. De woning is als Jan Peter Balkenende op een skateboard, onwijs instabiel.
Ze zitten financieel aan de grond, maar ze vinden zichzelf niet arm. Rijkdom is het hebben van een buurvrouw die ongevraagd koekjes komt brengen. Rijkdom is een buurman die even vraagt hoe het nou echt met je gaat. Rijkdom is een liefdevolle gemeenschap om je heen.
Ondertussen heeft Michelle het nieuwe adres uitgedokterd. Het hele gezin is weer in opperste staat van paraatheid. De kinderen liggen met onmiddellijke ingang ’s nachts weer klaarwakker. Sporadisch zien ze nu in de avonduren twee felle bundels de duisternis voor hun huis doorklieven. Zijn de zoekstralen uit de koplampen afkomstig uit haar auto? Fladdert Michelle weer rond? Of is het paranoia?
De illusie van rust wordt compleet weggevaagd als een witte mantel naargeestig nieuws brengt. Een stilzwijgende beroepscrimineel heeft haar lichaam geïnfiltreerd: hormonale borstkanker en uitzaaiingen in de lymfen.
Als ZZP’ers hebben ze weinig om op terug te vallen. Sandra gaat van een 90-urige werkweek naar 0-uur. Marcel kan zijn specialistische werk door alle stress niet meer uitvoeren en gaat bij Brink aan de slag. Hun buffer raakt uitgeput. Als kers op de kaart krijgen ze nog een ‘lief’ berichtje van Michelle die achter Sandra’s ziektebed is gekomen: ‘wat erg dat je kanker hebt, ik ben ook weleens heel erg verkouden geweest’.
Over een kleine tien dagen zal Sandra’s lichaam een nieuwe reeks aan veldslagen ondergaan. Ze gaat zeven weken lang, vijf dagen per week actief bestraald worden. Ziekte, financieel aan de grond, maar onvermoeid optimistisch. Het fijne Staphorst biedt hoop. Marcels hartelijke werkgever gunt hem alle ruimte om voor zijn vrouw te zorgen. De schoonheid van het dorp biedt troost en bij vlagen momenten van idyllische rust.
Met een mosterdgeel dekentje om haar hoofd en lijf geslagen, zit ze beschut in de houten hangstoel. Haar korte haartjes piepen voorzichtig tevoorschijn onder de wollenlap. In de verte is hond Spike aan het jagen op rundersteak bij de buren. Met een sierlijke beweging reikt Marcel haar vanuit de stoel naast haar een sigaret aan.
De temperatuur koelt af, maar de laatste zonnestralen zijn net fel genoeg om haar gezicht te verwarmen. Zonder wat te zeggen kijken ze naar de ondergaande rode zon. Hij is trots op haar. Zij op hem. Slierten rook stijgen traag op, een dunne walm lost op in de schemer.
‘Als ik nu doodga, dan heb ik daar vrede mee.’
*Michelle is een gefingeerde naam.